Grrrr, ik voel me niet gezien!

Grrrr, ik voel me niet gezien!
 
Ik weet het nog precies. Ik zat in de 5e klas op de lagere school, we kregen verkeersles. De vraag was gesteld hoe je het beste naar de andere kant van het kruispunt kon komen en waarom.
 
Meteen vloog mijn arm de lucht in, want ik wist het! Ik zat helemaal vooraan, precies onder de neus van mijn leraar. Hij moest mij zien! Maar hij zag me niet of wilde mij niet zien. De ene na de ander kreeg een beurt, maar niet ik. Ze kregen een tweede kans, maar niet ik. Hij ging ervan balen dat niemand het juiste antwoord gaf en stelde een beloning in. Met mijn magere scores bij alles kreeg ik amper beloningen, dus die wilde ik wel. Weer gingen een aantal beurten voorbij tot er niemand meer een gok wilde doen. Ik kreeg een beurt en gaf het juiste antwoord. Het antwoord dat ik vanaf het begin al wist…
 
Maar hoe voelde dat voor mij?

  • alsof ik niet bestond.
  • hij (mijn leraar) denkt zeker dat ik dom ben.
  • ik doe er niet toe.
  • ik voelde mij verdrietig en boos.
  • eenzaam.

 
Ik werd door hem ook Brigit-tje genoemd. Daar kon ik enorm boos worden als na de lagere school iemand mij ooit nog zo durfde te noemen.
 
Als titel schreef ik in deze nieuwsbrief bewust “ik voel” en niet “ik word”.
 
Want bovenstaande waren míjn gevoelens, míjn gedachtenpatronen. Niet die van de leraar. Geen idee wat er in zijn hoofd omging. Maar we zijn geneigd alles meteen in het negatieve naar ons zelf te trekken.
 
Kijk maar eens naar het getal 6. Als ik dat groot op een blaadje schrijf zie ik de 6, maar als jij tegenover mij zit, zie jij het getal 9. Kortom, we zijn schuld aan onze eigen gedachten, niet de ander. En wat we zelf denken stralen we ook weer uit, waarop die ander reageert. Als ik mij irriteer aan een ander, dan zit er bij mij nog een stukje dat verwerkt mag worden.
 
Ik had ook minder onzeker kunnen zijn en gewoon mijn mond open kunnen trekken. “Meneer ik weet het goede antwoord, geef mij ook eens een beurt”. Dus laten horen en zien, maar vooral van binnen voelen dat ik er ben, dat ik erbij hoor én dat ik slim ben, want ik ben degene met het juiste antwoord.
 
Dus:

  • zet je gedachten om in positieve gedachten.
  • vraag de ander wat zijn of haar beweegredenen waren, dan hoef je je er niet meer onzeker om te voelen.
  • vraag jezelf af bij irritatie, waarom je je zo voelt. Wat triggert jou?
  • maak mooie affirmaties voor jezelf uit wat je ervan geleerd hebt en zeg ze op voor jezelf. Maar probeer het ook daadwerkelijk zo te voelen! Bijvoorbeeld: Ik ben het waard om gezien te worden.
  • visualiseer “de nieuwe jij” in eenzelfde soort situatie.
  • oefen met iemand bij wie jij je veilig voelt.

Laat kinderen die een geliefde verloren zijn daarvan bijvoorbeeld niet de schuld bij zichzelf neerleggen. Dat ze denken, “had ik maar…, dan…”. Of die bijvoorbeeld jaloers gaan worden op andere kinderen die hun papa of mama, opa of oma, broertje of zusje, nog wél hebben.
Vaak houden ze die gedachten voor zichzelf, ze trekken zich steeds meer terug. Ik hoop dat je begrijpt dat het kind zichzelf daarmee enorm tekort doet en dat ze in hun volwassen leven daar last van kunnen krijgen.

In mijn kindercoachpraktijk coach ik kinderen (en volwassenen waarbij hun innerlijk kind nog geheeld mag worden) om warmte, liefde en aandacht aan zichzelf te geven. Ik leer ze om in hun gevoel te blijven en in overgave te durven leven. Waardoor ze gelukkig en tevreden kunnen zijn met hun leven hier op aarde.

Ik wens je alvast een fijne decembermaand.

Warme groet,


Brigitte

Share this post

Share on facebook
Share on google
Share on twitter
Share on linkedin
Share on pinterest
Share on print
Share on email